Bewoners op Kasteel Cammingha
Kasteel Cammingha in Bunnik is een van de vele kastelen in het Krommerijn gebied. Het ligt aan de Kromme Rijn, wat verscholen achter de Landgoederij, aan de Camminghalaan te Bunnik. Vanaf het jaagpad langs de Kromme Rijn kun je het het beste zien.
Kasteel Cammingha dateert oorspronkelijk uit de 14e eeuw. Alleen heette het toen geen Cammingha, maar de Beesde.
Aanvankelijk was het bezit van de familie Van Beesde. Wanneer het in bezit is gekomen van de familie Van Lockhorst is niet bekend, maar waarschijnlijk is dat rond 1525 geweest. Rond die tijd trouwde een van de dochters van Laurensz Jansz van Beesde, genaamd Margaretha, met Frederick de Voocht van Rijneveld en gingen ze samen op Blikkenburg bij Zeist wonen. De familie Van Lockhorst heeft het kort daarna in bezit gekregen. Dit blijkt uit een briefje uit 1534 waarin staat dat hij (Gerrit van Lockhorst) nog nooit belasting had hoeven te betalen en hij stuurt zijn pachter, Joost Mathijssen, met dit briefje naar de Staten van Utrecht. In dit briefje staat dat Joost van jonker Van Lockhorst een boerderij huurde, genaamd het huis De Beesde, in Bunnik.
De familie Van Lockhorst was een adellijke familie die zijn oorsprong had in de omgeving van Leusden. Net als andere adellijke families hadden ze overal in de provincie Utrecht land, en her en der ook wat versterkte huizen. Voor zover bekend woonde de familie Van Lockhorst niet op het kasteel, maar ongetwijfeld zullen ze er geweest zijn om te kijken hoe het met hun bezit gesteld was, of ze stuurden een rentmeester om de pacht te incasseren.
Tot 1645 was het kasteel en de boerderij in bezit van de nakomelingen van Vincent van Lockhorst, die overleed voor of in 1592. Alles wordt dan verkocht aan Balthazar van Buren. Hij was getrouwd met Beatrix de Waal van Vronestein, en zij was weer een rechtstreekse nakomeling van Frederick de Voocht van Rijneveld en Margaretha Laurensdr van Beesde.
Uit deze tijd stamt waarschijnlijk ook de aanbouw met het trappenhuis. Op de foto is dit het rechterdeel, waarin de deur zit. Balthazar en Beatrix kregen één zoon, Frederick Ignatius van Buren. Hij is geboren op het kasteel. Zijn dochter Petronella Jacoba van Buren trouwde in 1707 met Wytze Watze van Cammingha, en zo is het kasteel aan zijn huidige naam gekomen. In het allereerste doopboek van de RK kerk in Bunnik staan op de eerste bladzijden de namen van de kinderen die in Bunnik gedoopt zijn.
De boerderij naast het kasteel, ook de Beesde genaamd, diende voor het inkomen te zorgen waarmee het kasteel onderhouden werd en uiteraard ook als inkomen voor de eigenaren.
Aanvankelijk woonde op de boerderij de familie Van Beesde. Al vroeg in de 16e eeuw is er sprake van Joost Mathijssen die er dan woont. Joost was een van de grotere boeren in het dorp, en ook bijvoorbeeld schout van Bunnik en Vechten. Na hem werd een familie Van Schaijk pachter, en als hun laatste nakomelingen (Arien en Maria Verheul) achterblijven met de pacht, wordt de familie Peek pachter van de Beesde. We hebben het dan over 1762. Ze bezitten het tot de huidige dag.
Kasteel en boerderij worden in 1773 verkocht aan Jan (de) Pesters, de eigenaar van de Niënhof, heer van Kattenbroek. Een van zijn nakomelingen, Coenradina Carolina Theodora, trouwde in 1885 met baron Gijsbert Carel Duco Reinout van Hardenbroek. Na een auto ongeluk, waarbij Coenradina overleed, verkocht de baron alles aan Frans Jan Hendrik de Wetstein Pfister. Die was alleen geinteresseerd in de opbrengst van het land, en onderhield het kasteel niet. In 1958, als het kasteel op instorten staat, koopt de familie Peek het kasteel en laat het prachtig restaureren.
De zogenaamde tuinmanswoning aan de linkerkant op de foto is daarbij met een verdieping verhoogd. Na nog wat reparaties en moderniseringen in latere jaren is kasteel Cammingha nu samen met de boerderij de Beesde onderdeel van de Landgoederij, en je kunt er feesten en evenementen houden. Het wordt geëxploiteerd door de Brothers Horeca Groep.
Colofon
Auteur: Henk Blok
Foto: Henk Blok, 2015-12-26