De bomen op de Werkhovense brink


De bomen op de Werkhovense brink
©: Johan van Impelen

Op de Brink staat de Hervormde Kerk van Werkhoven, een gebouw dat dateert uit de 15e eeuw en het voormalige gemeentehuis. In 1969 is door het Rijk de Brink en omgeving aangewezen als ‘beschermd dorpsgezicht’ vanwege de gave structuur en de karakteristieke bebouwing met de lindebomen. 

Een brink was oorspronkelijk een gemeenschappelijke verzamel- of weideplaats voor vee, vaak gelegen aan een kruispunt van wegen en/of in het centrum van een dorp. Of de Werkhovense Brink ooit de functie van weideplaats heeft gehad is niet bekend, wel heeft op de brink er een lucratieve handel uit de bomen door de eeuwen heen opgeleverd. Een handel die de gemoederen van de samenleving heeft bezig gehouden. Hiervan spreken de oudste gegevens over de Brink die dateren uit de 17e eeuw. 

In 1637 stonden op de Brink en op het kerkhof notebomen. De walnoten die van deze bomen kwamen, werden eens per jaar bij opbod verkocht. Meestal werden zij opgekocht door de herbergier van herberg De Pellecaen. De opbrengst, die varieerde tussen de 10 en 40 gulden, kwam terecht in de kas van de kerk. Notebomen werden ook gerooid, verkocht en opnieuw aangeplant. In 1670 mocht Meyndert Woutersen, kerkmeester te Werkhoven, bijvoorbeeld 48 gulden en 13 stuivers ontvangen voor verkochte notebomen op de Brink. Maar er werden ook weer nieuwe bomen geplant. In hetzelfde jaar kreeg Harmen Cornelisz alias den Boer, wonende in Abstede (in de stadsvrijheid van Utrecht) de opdracht om jonge notebomen te leveren. 

Iepen
In de loop van de 18e eeuw zijn er in plaats van notebomen iepen gepoot. En blijkbaar in grote getale. Want in 1806 werden er door de kerk maar liefst 30 iepen, alleen al staand op het kerkhof, verkocht voor de prijs van 444 gulden. De eerste dunning werd verricht in 1795.

In 1818 hield burgemeester H. de Vriendt in opdracht van de kerkmeester G. Van Barneveld een soort uitverkoop. Hij verkocht de op het plein staande bomen en droeg de opbrengst van 522 gulden af aan de kerkvoogd. De brink moet er toen wel erg kaal hebben uitgezien. Er werden géén nieuwe bomen geplant. 

Burgemeester H. de Vriendt wilde méér doen met de ruimte op de Brink. Hij drong er dan ook regelmatig bij de kerkvoogd S. de Bruyn op aan om bomen op de Brink te plaatsen. Daarnaast had hij ook plannen voor het oprichten van een paarden- en veemarkt. De kosten en opbrengsten zouden dan mooi kunnen worden gedeeld tussen de burgerlijke en kerkelijke besturen. Van de gemaakte kosten bracht hij doodleuk de helft in rekening bij het kerkbestuur. Dat schoot deze in het verkeerde keelgat. Er ontstond een twist over de eigendomsrechten van de Brink.

De zaak werd voorgelegd aan de Raad van Toezicht te Utrecht. Volgens de Vriendt was de brink niet meer dan een zeer brede algemene dijk of weg waarop vanouds een dorpsput had gestaan. Op 24 september 1826 deed de Raad van Toezicht de uitspraak dat de kerkvoogdij eigenaar was van de Brink. Er kwam een schikking over de kosten, ook over het vrije gebruik van de Brink. Als dit niet zo lukken, dan zou er naar een andere marktplek gezocht moeten worden.

Binnen enkele maanden was er tussen de beide besturen, kerk en gemeenteraad overeenstemming bereikt over de oprichting van een paarden - en veemarkt binnen de gemeente Werkhoven. Plaats: de Brink. Het contract werd getekend op 17 juli 1826. Men kwam overeen de opbrengst te delen. Op de Brink zouden de bomen voortaan door de gemeente worden geplant. De opbrengst van deze bomen zouden door beide worden gedeeld. De markt groeide uit tot een van de grootste van de omgeving. Alleen Wijk bij Duurstede had meer markten. 

Datering

Jaar: 1637

Colofon

Auteur: Johan van Impelen

Bron: Historische Kring Tussen Rijn en Lek, 1994-4

Afbeeldingen: Johan van Impelen

© Tekst: Johan van Impelen © Foto voorblad: Johan van Impelen
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Werkhoven)