De woning van schout tot kruidenierswinkeltje in Werkhoven
De witgepleisterde dwarshuisboerderij op de hoek van de Ambachtstraat en de Beverweertseweg in Werkhoven is een van de oudste panden van het dorp. De voormalige boerderij heeft een dubbele overwelfde kelder en een rieten schilddak. Waarschijnlijk had het huidige pand een voorganger, gebouwd in 1671. Het jaar daarop hield het Franse leger huis in de Kromme Rijnstreek en het is goed mogelijk dat het oorspronkelijke pand toen door de Fransen is vernietigd. Zijn de vijf sierankers in de voorgevel bij de herbouw opnieuw gebruikt en verkeerd geplaatst (AJ17J), we kunnen het niet met zekerheid zeggen.
Onze archiefgegevens met betrekking tot de boerderij gaan terug tot de persoon van Antonius Stochius. Antonius was zoon van een Wijkse burgemeester en vervulde zelf van 1679 tot 1685 de functies van schout en gadermeester van Werkhoven. Hij was eigenaar en waarschijnlijk ook bewoner van het huis.
In 1705 verkochten de nog onmondige kinderen van de overleden Stochius aan Cornelis van Boetzelaer, schepen van Werkhoven “een huysinge, hofstede en een mergen boomgaert, streckende voor van de Smithsteegh ofte Agterwegh toenmalige namen van de huidige Ambachtstraat, off oostwaarts op tot agterin des Crommerhyn toe, daer ten zuyden den Armen van Werckhoven ende ten noorden den Beverweertsenwegh ende pastorije alomme en naest gelegen sijn.”
Boetzelaer liet nieuwe rijstroeden plaatsen en de ‘peertskribbe in het agterhuys’ bouwen, waarna hij het huis en de grond in 1707 voor 1400 gulden verkocht aan Aert Jacobsz Verhoeff uit Werkhoven. Aan de koop waren een aantal voorwaarden verbonden. Zo moest de koper beloven dat hij “noyt ende ten eeuwigen dage, ofte diegeene ende welcke bij cooper ’t recht dese soude mogen comen van hem te vercrijgen, huerders off anderen in deesen vercofte huysinge eenige tappersnering van bieren, wijnen, brandewijn off gedistilleerde wateren in deszelve sal off sulende mogen doen souden ofte vercopen.” Oftewel, er mochten in het gekochte pand in de toekomst geen alcoholische dranken worden verkocht of geschonken.
Boetzelaer beschermde met deze bepaling zijn eigen nering. Hij was namelijk eigenaar van de herberg annex brouwerij ‘de Stalen Boog’.
In 1712 was het pand in handen van Jacobus de Bruijn, meester timmerman te Odijk, op enig moment weer opgevolgd door Arien Ernste van Coothen. In 1739 verkocht de weduwe van Van Coothen het huis voor 600 gulden aan Arnoldus Pith, kanunnik van St. Marie te Utrecht.
Bij de verkoop in 1783 door de erven Pith aan Cornelis Pouw, Raad in de vroedschap van Utrecht, fungeerde de Werkhovense bode Jan Hendrik Stoltenkamp als gemachtigde van beide heren.
Het verhaal gaat door in de 19e eeuw. In 1808 verkocht Jan Pauw het huis aan Jan (van) Hoevelaken. De nieuwe eigenaar was bakker van beroep en vestigde er een bakkerij. Een herinnering aan deze tijd zijn de twee ‘bull eyes’, die naast het middenvenster zitten. Deze gaten boden uilen toegang tot de zolder, een handige manier van ongediertebestrijding. De uilen deden zich tegoed aan de muizen, die op de korenvoorraad afkwamen.
Toen in 1828 het kadaster zijn intrede deed, werd Jan van Hoevelaken ingeschreven als eigenaar van Werkhoven sectie A 281. Jan verkocht in 1843 een deel van zijn land aan zijn schoonzoon, Gerardus Winter, getrouwd met dochter Jannetje. En liet daarop een huis bouwen.
Detail van de kadastrale kaart van Werkhoven in 1828. Deze kaart geeft een goede indruk van de grootte en belangrijkheid van het gebouw. Een boerderij gelegen op de T-splitsing Ambachtstraat en de Beverweertseweg met daarachter een hooitas en een groot stuk grond dat onder andere ingericht was als tuin annex boomgaard.
In 1857 kocht landbouwer Jan Bosman grond en opstal, om die vervolgens in 1896 na te laten aan zijn dochter Jannigje en haar man, bakker Dirk Beemer. Van Jannigje en Dirk hebben we enkele mooie foto’s. Op een ervan zien we de bessenplukploeg. In de tuin groeiden veel vruchten, zoals rode en zwarte bessen, kruisbessen, frambozen en aardbeien. Er stonden ook pruimenbomen. Als het plukseizoen aanbrak, was het een hele drukte in de tuin van Dirk en Jannigje. Alle buren kwamen een handje helpen.
De kruidenierswinkel van familie Beemer. Links van de voordeur een etalage waarin enkele producten ten toon waren gesteld. Het voorpleintje was leuk ingericht als een tuin met drie leibomen. Anna Beemer poseert voor de fotograaf.
In 1927 namen Wijnand Beemer en zijn zus Anna huis en winkel over. De Werkhovense bibliotheek, die door Anna werd beheerd, was gevestigd in de kamer naast de winkel (ingang Beverweertseweg 4). Wijnand begon een taxibedrijfje met een paard en wagen. Vervolgens kwam er een T-Ford en net voordat de oorlog uitbrak, kocht hij een Ford V8. Deze werd door de Duitsers gevorderd, maar kwam na de oorlog weer terug.
In 1941 lieten Wijnand en Anna een nieuw huis bouwen in de boomgaard achter hun ouderlijke woning. De winkel werd overgenomen door hun broer Toon en zijn vrouw Anna Oosterkamp. Zij kwamen terug naar Werkhoven vanuit Baarn, waar zij een delicatessenzaak hadden opgezet. Toon en Anna overleden beide op jonge leeftijd (1949 en 1952) en lieten tien kinderen na, die onder voogdij kwamen te staan van Wijnand Beemer. In 1952 overleed ook hun oudste dochter Annie. Riet en Thea moesten meewerken in de winkel. Thea had net een nieuwe betrekking in de stad Utrecht gevonden en was gedwongen deze op te geven.
Thea Beemer trouwde in 1957 met Piet Richter. Inmiddels had zij het pand op haar naam gekregen, na aan haar broers en zusters een kindsdeel te hebben betaald. Het zijn Thea en Piet, die de oudere Werkhovenaren zich nog herinneren als de kruideniers op de hoek. Zij verkochten in hun winkel peulvruchten los vanuit de schappen aan de muur, stroop vanuit de ton, suiker, zout, beschuit en ga zo maar door. Achter in de hoek werd de kaas op de snijmachine gesneden. Zeeppoeder stond apart van de etenswaren. Op de toonbank en in de etalage stonden de potten met verleidelijk snoepgoed.
In 1963 volgde een verbouwing. De winkel werd vergroot door de slaapkamer erbij te trekken en in de voorgevel werden de ramen vervangen door één groot etalageraam. De zelfbediening deed onder de naam A&O voorzichtig zijn intrede. Er werden steeds meer producten voorgewogen of in vaste verpakkingen aangeboden.
In die tijd was het heel normaal dat er met bestelboekjes werd gewerkt. Iedere week werden de boekjes huis aan huis opgehaald terwijl de bestelde boodschappen werden afgeleverd. De meeste klanten betaalden eens per week. In de winkel werd echter steeds vaker contant betaald.
In 1975 stapten Thea en Piet over naar de inkoopcentrale Enkabe. Daar bleven zij bij aangesloten tot zij in 1985 besloten de winkel te sluiten en het rustiger aan te gaan doen.
Datering
Jaar: 1671Colofon
Adres: hoek Ambachtstraat Beverweertseweg
Auteur: Johan van Impelen
1 Hoofdfoto: 1963 Carnaval in Werkhoven nabij de A&O winkel van Rigter-Beemerx
2 Detail kadastrale kaart Werkhoven 1828
3 De kruidenierswinkel van de familie Beemer met Anna Beemer
4 Dirk Beemer met zijn vrouw Jannigje Bosman en hun kinderen Anna en Wijnand. Jannigje draagt de Werkhovense hul (een kanten muts). Zij was mutsenwaster. Naast de kanten hul waste en stijfde zij ook boorden en manchetten.
5 Werkhovense weduwekap. Afbeelding uit 1934.
6 De bessenplukploeg: Anna Beemer (3e achter), daarnaast Tonia van Huizen,
voor: Jan Beemer, Aal Sterkenburg, Bartje de Bree, Jannigje Bosman en Dirk Beemer.
7 Beemer Fordor taxi. Na de oorlog kwam autohandelaar Jongerius uit Utrecht langs met een grijze Ford Fordor Sedan (een vierdeursauto). Wijnand kocht hem, maar liet de auto overschilderen in een donkerblauwe kleur. Wijnand Beemer had nooit een taxibordje op of in zijn auto staan.
8 Een carnavalsoptocht trekt eind jaren zestig voorbij aan de kruidenierswinkel van Piet Richter en Thea Beemer. De etalage is gemoderniseerd. Het echtpaar was aangesloten bij de A&O-organisatie, die in 1964 19 grossiers en 1260 winkels telde. A&O staat voor Actief en Ondernemend.