Familie De Wit-van der Horst op boerderij Dorpsstraat 1
‘Antoon (1921-2001) en Truus de Wit – van der Horst (1923-1997) gaan de oversteek naar Bunnik maken, zoals zij het noemden. Op 20 april 1955 worden zij in Bunnik in de Dorpsstraat op nummer 1 op de grote, oude boerderij van Van der Horst met open armen ontvangen. Vader Wouter van der Horst is er geboren en getogen en heeft als enige zoon – hij had twee zussen – de boerderij van zijn vader overgenomen. Hij is tevreden. Hij heeft een opvolger. Hij heeft Truus en Antoon een nieuwe toekomst geboden en zijn kleinkinderen wonen in de buurt. De continuering van zijn bedrijf – met kinderen in en om de boerderij – doen hem en zijn vrouw, Sophie Peet, ontzettend goed, na de zorgen om de beide zonen Henk en Hein.
In de vroege 20e eeuw hechten mensen, vooral op het platteland, veel waarde aan gemeenschapszin en onderlinge hulp. Deze waarden verbinden families sterk met elkaar, zoals is beschreven in het boek, 'Transweik, toen werden alle kinderen nog boer'. Corry de Wit vertelt over een boerderij en haar familie vanaf 1901. We gaan terug naar deze boerderij in Oudenrijn, nabij Utrecht, waar Antoon is geboren. In het gezin Dorus de Wit (1872-1938) uit Oudenrijn en Marie de Wit – van Wijk (1878-1937) uit Houten was Antoon de Wit (1921-2001) de jongste van 10 kinderen.
Begin 20e eeuw neemt de vader Dorus de Wit, samen met zijn vrouw Marie, boerderij Transweik over van zijn vader. De kerktoren van de St. Anthoniekerk is duidelijk zichtbaar in de omgeving, waar de meeste mensen katholiek zijn. Oudenrijn heeft één lange weg, de Galecopperdijk, met winkels, een café, een kerk en huizen. In 1904 telt het dorp 657 inwoners.
Dorus is een gerespecteerde boer met een gemengd bedrijf en bekleedt diverse publieke functies. Het plattelandsleven lijkt afgesneden van moderne ontwikkelingen die door marktveranderingen worden aangedreven. Door West Europa raast dé revolutionaire, sociale en economische ommekeer. Zij bereikt rond 1900 eerst de steden en pas later het platteland van Nederland. Maar schijn bedriegt. Het platteland is niet statisch. Zowel verhalen als archieven tonen aan dat boeren, in het licht van uitdagingen en vernieuwingen, consequent - vaak gezamenlijk - oplossingen vinden.
Geld en mest zijn voor een boer nooit overvloedig aanwezig, zeker niet voor de boeren in het schrale veengebied rond Utrecht. Meststoffen zijn schaars. Na de depressie na 1880 leidt dit in de provincie tot verdere specialisatie in intensieve veehouderij, waarbij steeds meer veengrond wordt omgezet in weiden en hooilanden. In 1911 wordt besloten om een tweede boerderij, Sterrenhof, aan te kopen, zodat er meer ruimte is om jong vee te laten grazen.
Door Dorus’ land
De geografische ontwikkelingen in het sterk groeiende Nederland, ook rondom de stad Utrecht, gaan in alle hevigheid door. In dezelfde tijd begint men met het graafwerk voor het Amsterdam-Rijnkanaal. Het gaat dwars door de polder, door het land van Dorus – en vele andere boeren – heen. Voortaan moeten de paarden voor de met hooi opgetaste wagens de hoge kanaalbrug op en weer af. De paarden zijn angstig. Het duurt tot 1952 voordat het kanaal gegraven is.
De jongere De Witten nemen geleidelijk het bedrijf over van de oudere De Witten, die elk hun eigen bedrijf hebben. Enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog overlijden de ouders, Dorus en Marie, kort na elkaar. Zware jaren volgen, ook vanwege de tweede wereldoorlog. Nederland is afgesneden van de internationale wereldhandel. De aanvoer van bijvoorbeeld krachtvoer voor het vee komt stil te liggen. Bij de eerste zeeblokkade volgen ingrijpende herstructureringen onder het motto ‘Productieslag’. De graan- en aardappelteelt krijgen een impuls en graslanden worden gescheurd, dwz omgeploegd om er bouwland van te maken ten behoeve van graanteelt. Het adagium van vader Dorus ‘het bedrijf moet draaiende blijven’ blijft de kinderen in hun oren klinken.
Naoorlogse zaken, verkeringen en 'polderen'
In 1947 worden er knopen doorgehakt. Er zijn drie data geprikt voor bruiloften van de jongste De Witten. Antoon's interesses zijn verdeeld over twee passies: meisjes en paarden. Het is op de dansvloer in Bunnik waar hij Truus van der Horst ontmoet. In 1947 bezegelen Antoon en Truus van der Horst (1923-1997) hun liefde met een huwelijk in de Barbarakerk. Op hun trouwdag maakt Antoon zijn entree te paard, vergezeld van een Utrechtse wagen, en begroet een grote stoet paarden van de Voornruiters die op hem wacht in de Meern. Vervolgens zetten ze koers dwars door Utrecht. Het is werkelijk een prachtige dag geworden!
Azen op Transweikse grond en familieraad
In 1947, het jaar van Antoons huwelijk, werkt Nederland intensief aan wederopbouw. Te midden van het landelijke gebied ontvouwen de stadsuitbreidingsplannen van de gemeente Utrecht zich. Voor de De Witten is al duidelijk geworden dat deze plannen impact hebben op Transweik en Sterrenhof. In de voorkamer van Transweik vinden diepgaande discussies plaats over de ontwikkelingen die al plaatsvinden rond boerderij Weltevreden, gelegen nabij Sterrenhof. Een fundamenteel besluit volgt.
In de kantlijn’…
‘Familieraad, verdeeld goed een der erfgenamen is gebruiker’ en ‘geen blokkade geld’, staat in de kantlijn in het archief te lezen.
De gemeente is dus bekend met een groep van gezamenlijke erven.
De De Wit-erfgenamen zijn zich bewust van de interesse van de gemeente Utrecht in het grondstuk en willen onteigening vermijden. Hun aanpak omvat het ontvangen van directe betaling en tegelijkertijd het voorlopig behouden van vruchtgebruik. Ze stellen aan de gemeente Utrecht voor Sterrenhof te verkopen, gevolgd door directe verpachting. Dit handhaaft het boerenrecht en genereert inkomsten voor De Wit's gebruiker, de broer van Antoon. Sterrenhof wordt aangeboden voor 2 gulden per centiare, onder de voorwaarde van goedkeuring door de overheid en behoud van gebruiksrechten voor de huidige gebruiker, De Wit, tot er gemeentelijke exploitatie plaatsvindt. Op deze manier behouden de De Wit-erfgenamen controle over de situatie.
Lees verder in het boek van Corry de Wit over hoe de kinderen van Dorus en Marie allen hun weg hebben gevonden, ondanks lange tijd van onzekerheid of zij wel voort konden boeren of moesten verkassen.
Antoon en Truus in Bunnik krijgen 4 kinderen: Corry (1950), Ria (1952), Theo (1953) en Wout (1955). Zij hebben sinds hun huwelijk 7,5 jaar gewoond op de boerderij Transweik in het dorp Oudenrijn.
Colofon
Samenstelling Meike de Vries
Bron: Auteur Corrie de Wit, boek Transweik 'Toen werden alle kinderen nog boer'.