Familieverhalen De Greeff op landgoed DE NIËNHOFF 3
PIETER DE GREEFF (5 mei 1861- 15 nov 1950)
Jean: 'Mijn grootvader Pieter de Greeff werd geboren op 5 mei 1861. Hij is geboren in de Vinkenbuurt, dus hier vlakbij. Zijn vader, mijn overgrootvader, was jachtopziener op de Niënhoff voor de familie J.E. De Pesters. In 1886 volgde mijn grootvader zijn vader op als jachtopziener. Hij werd aangenomen door de familie Van Hardenbroek De Pesters. Hij trouwde in 1888 met Theodora Maria Oremus, een meisje uit het toenmalige dorpje Hees bij Nijmegen. Mijn familie is van huis uit katholiek. Pieter en Theodora kregen 14 kinderen. Hij ging in 1928 met pensioen, maar werkte door op het landgoed De Niënhoff. In de Amersfoortse Courant kunnen we lezen over hun Diamanten bruiloft op 13 februari 1950. Pieter overleed op 15 november 1950 in Zeist.
In grootvaders tijd keken mensen naar een andere toekomst dan nu. Ze waardeerden het landgoed als een parel buiten de stad, toegankelijk voor slechts een kleine groep. De familie Van Hardenbroek De Pesters wilde hier een nieuw, modern landhuis en park om continuïteit te waarborgen en één te worden met de omgeving op de Niënhoff.
Tussen 1892-1894 werd het nieuwe landhuis gebouwd en stamt ook de verbouwing van het oude herenhuis tot koetsierswoning voor de familie Dorrestein. Voor de gelegenheid van het huwelijk van mijn grootouders werd door de familie Van Hardenbroek een woning gebouwd aan de Koppeldijk in Zeist. Op de gevel van dit huis werd een steen aangebracht door de baron Gijsbert Van Hardenbroek. Het huis en de steen/tegel zijn er nog. Het huis ligt aan het eind van de voormalige Kouwenhovenselaan. Voor de portier werd in 1908 een portierswoning gebouwd aan de Groote Laan op nummer 8.
Mijn grootvader heeft gezien hoe het nieuwe landhuis verrees, en hoe daarna Coenradina Van Hardenbroek De Pesters de toon zette voor het park. Zij vroeg aan landschapsarchitect Leonard Springer een park aan te leggen naar de kaarten van haar grootvader Jan Everard De Pesters uit 1823 en 1837. (Nu in het bezit van het RAZU in Wijk bij Duurstede).
Bediendenlaantjes
Het tijdperk van bedienden op het landhuis was een periode waarin landgoederen vaak behoefte hadden aan een aanzienlijk personeelsbestand om het landgoed te onderhouden en het huishouden te runnen. De bedienden liepen op laantjes die er helaas nu niet meer zijn.
Jean: Bij dit punt, waar we nu staan, zien we een weiland met verspreide boomgroepen en in de verte de slingervijver. Hier bevond zich het centrum van het in 1894 nieuw gebouwde landhuis. De bedienden betraden het landhuis via de zijdeuren vanaf de Groote Laan of de voormalige Kouwenhovenselaan. Verderop lag de portierswoning aan de Groote Laan, waar gasten in hun koetsen het landgoed opreden. Vanuit de salons konden de bewoners tussen de boomgroepen glimpen van de gasten opvangen, en zodra het belletje ging, wisten de bedienden dat de gasten arriveerden en stonden ze klaar om hen te ontvangen.
Mijn grootvader werkte tot zijn officiële pensioen in 1928, maar bleef daarna actief. We hadden contact met 9 boerderijen, landheren uit de omgeving en personeel op het landhuis. We legden grienden aan op De Lage Grond tussen Oostbroek, Zeist en Bunnik, wat goede inkomsten voor het landgoed opleverde. Houthandelaren, tuinders en bakkers kochten perceel hakhout van ons, aanvankelijk onder toezicht van een notaris, later informeel met handgeklap na de prijs op een sigarendoos te hebben geschreven.'
Het Amersfoorts Dagblad van 7 februari 1950 schrijft over mijn grootouders:
>>'Het echtpaar P. de Greeff en Th. M. de Greeff-Oremus zal op maandag 13 februari zijn diamantenbruiloft vieren, een niet alledaags voorval en zeker zeldzaam wat betreft de condities van de ‘hij’ en de ‘zij’, die hier nog graag voor ‘jong doorgaan. ‘Och, zegt de bruidegom, ‘als je omkijkt is het eigenlijk maar een poosje geweest’ en zijn glundere gade knikt hem eens vertrouwelijk toe. Zij schonk aan veertien kinderen het levenslicht, van wie de laatste geboren werd toen moeder vijftig was … Aan nakomelingen ontbreekt het trouwens niet; de krasse oudjes verheugen zich in het bezit van niet minder dan 66 kleinkinderen, van wie er enkele in Amerika wonen en dus op de heugelijke dag zelf niet aanwezig zullen zijn. Gedurende die zestig jaren lief en leed delend, wonen de heer en mevrouw De Greeff al in hetzelfde huis aan de Koppelweg 124, dat destijds speciaal voor hen werd gebouwd en tot nog toe is er weinig in ‘gerentenierd’. Vader De Greeff, die vitaal en nog van de oude stempel is, hield pas vorig jaar op met geregeld werken, hoewel hij sinds 1928 van zijn pensioen genoot. Veertig jaar lang diende hij als jachtopziener en bosbaas op het landgoed ‘Niënhoff’ in Bunnik, waar hij , na op zijn 65e te zijn gepensioneerd, nog bijna een kwart eeuw ‘waarnam’. In Zeist stond hij vroeger alom bekend als een voortreffelijk jager en een man met veel kennis van natuurschoon, en nog altijd bewondert hij geestdriftig al wat buiten groeit en leeft. Als het nieuwe voorjaar is begonnen – op 5 Mei a.s.. – wordt hij 89 …'
Colofon
Bron: Interviews met J.M.C. De Greeff, 2021-2022, Meike de Vries
[1] Zie venster Oude kaarten van het landgoed De Niënhoff uit 1832 en 1837
[2] Bulletin ter bevordering van de kennis van de geschiedenis van Zeist, uitgegeven door de Van de Poll - Stichting, december 1987. Jaargang 17, nr. 4
Foto's: familiealbum Jean De Greeff