Vrouwencentrum Bunnik Odijk en Werkhoven
Wie in de late jaren ’70 als huisvrouw in de gemeente Bunnik andere vrouwen wilde ontmoeten kon ruimschoots terecht in een van de drie dorpen. De Nederlandse Bond voor Plattelandsvrouwen, de Nederlandse Christelijke Vrouwenbond, het Katholieke Vrouwengilde, de Christelijke Plattelandsvrouwenbond Werkhoven/Bunnik, de Katholieke Plattelandsvrouwen Organisatie, de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Vrouwen in de VVD, de Rooie Vrouwen, de VOS-werkgroep, er waren liefst veertien organisaties gericht op vrouwen. Veel van die clubs organiseerden lezingen, excursies en gezelligheid.
Toch bleek er nog een leemte in het aanbod voor activiteiten voor vrouwen. Overal in Nederland en in de buurgemeenten verrezen ze: Vrouwencafés. Iets dergelijks was er in Bunnik nog niet.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld verenigingen was de café -vorm anders georganiseerd. Er bestonden geen lidmaatschappen of verplichtingen, het waren avonden waarbij vrouwen zomaar konden binnenlopen. Het woord café bleek meer te zijn dan koffie en drankjes consumeren. Er was ook een inhoudelijke invulling op zo’n avond met discussies, een film of een voorstelling. Vanuit de VOS- cursussen (Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving) kwam het initiatief om ook zoiets te organiseren.
Ook andere vrouwen sloten zich hierbij aan en organiseerden het Vrouwencentrum dat in 1979 van start ging in het jongerencentrum De Dolfijn, gevestigd in de oude Barbara school (1895-1985), inmiddels afgebroken. De naam Vrouwencentrum in plaats van Vrouwencafé was gekozen om niet te feministisch over te komen, radicaal was de bedoeling dan ook helemaal niet.
De belangstelling was veel groter dan verwacht ondanks al die vrouwenorganisaties in de drie dorpen. Op de eerste avond liep de zaal vol met belangstellenden, nieuwsgierigen en vrouwen die mee wilden doen met het organiseren.
Een vijftiental vrouwen ging aan de slag om iedere maand een avond op te zetten Dat gebeurde niet door een bestuur. Geen vaste voorzitter of secretaris, vergaderingen leiden of notuleren kon wel bij toerbeurt. Iedereen kon haar talenten ontplooien in een Werkgroep. Thema’s bedenken, spreeksters uitnodigen of een cabaretgroepje, een film huren, publiciteit verzorgen door middel van zelfgemaakte affiches en contacten met het Bunniks Nieuws. Met een kleine subsidie van de gemeente kon maandelijks een avond in de Witte Huisjes in Bunnik gehuurd worden. De belangstelling bleef groot.
Er waren onderwerpen te over die interessant waren voor de doelgroep: vrouwen die meer wilden dan alleen gezelligheid en ontwikkeling. De vrouwencentrumbezoeksters waren geraakt door de vrouwenbeweging met de boodschap: zo gauw de kinderen iets groter worden de maatschappij weer in. Werk zoeken, een afgebroken opleiding weer oppakken of iets nieuws beginnen. En daarbij een andere taakverdeling in het gezin dan de man als kostwinner en de vrouw bezig met de kinderen en het huishouden. Het Vrouwencentrum speelde hier op in. In de doelstelling stond bewustwording van je situatie en assertiviteit: opkomen voor jezelf.
Op de thema-avonden over een bepaald onderwerp, zoals Vrouw en Gezondheid, of Werken Buitenshuis, werd begonnen met een kleine inleiding of een expositie waarna in groepjes uiteengegaan werd om te discussiëren, na afloop napraten en gezellig samenzijn.
Bij bepaalde onderwerpen kwamen er ook cursussen. Befaamd was de cursus Assertiviteit: opkomen voor jezelf. Traditioneel werden vrouwen opgevoed om bescheiden te zijn, dat kon met assertiviteit wel wat minder. Met berusting en tevredenheid kwam je niet ver. Altijd voor iedereen klaar staan was ook een groot goed voor de traditionele vrouw, dat vrouwen ook wel eens nee konden zeggen was een leerdoel bij de cursus.
Het Vrouwencentrum was succesvol wat betreft het aantal bezoeksters en hun enthousiasme. Maar er was veel verloop in de Werkgroep. Vrouwen gingen weer werken of studeren en hadden daardoor niet genoeg tijd en aandacht voor het Vrouwencafé. Uiteindelijk ging het aan de eigen doelstellingen ten onder. Nog enige jaren werd het voortgezet als een Literair Café waar ook mannen welkom waren.
Maar na bijna veertig jaar is de vrouwenbeweging nog niet klaar. Er zijn nog veel kwesties : #Me Too, het glazen plafond, het vrouwenquotum bij aanstellingen, de abortuswetgeving en gratis of goedkopere kinderopvang. In het Vrouwencentrum stonden die nog niet op de agenda.
Dochters en kleindochters deden opleidingen en maakten carrière. Vrouwen die vroeger naar het Vrouwencentrum gingen, zie je nu als oppas-oma’s nog wel eens in het dorp met een kinderwagen of een peuter bij de hand.
Colofon
Auteur en foto`s: Loes Teunissen
Adres Vrouwencentrum: Prinses Irenestraat, 3981 BR Bunnik