Cothen
Cothen, gelegen aan de historische Kromme Rijn, werd al genoemd op het eind van de achtste eeuw als heerlijkheid in een brief van Adelbold, de negentiende Bisschop van Utrecht. In het jaar 1025 genoemd als Coten, Cooten, Kooten en ook Coeten.
Zowel bij Cothen als Dwarsdijk had de bisschop Utrecht rond het jaar 1000 een curtis, een grote hofboerderij. Er vond blokontginning plaats, waarvan de namen terug te vinden zijn als straatnaam: de Hoftiend, het Middelveld, het Uitveld, het Opveld en aan de andere kant van de rivier het Overrijnseveld.
Het dorp staat bekend om het kasteel Rhijnestein. Wat wij nu zien rest nog een oude toren en een voorburcht. Oude kronieken schrijven over kastelen. Zo schreef een onbekende schrijver beeldend over een grote slag in de zomer van het jaar 1396 bij dit kasteel. In dat jaar overvalt roofridder Jan van Rijnestein met zijn bende het weerloze land van ’t Goy. Hij is een bastaardzoon van Jan van Arkel, ooit bisschop van Utrecht. Alles wat draagbaar is, nemen ze mee naar zijn kasteel Rhijnestein. De rest wordt in brand gestoken. Rhijnestein wordt daarna belegerd, beschoten en beschadigd.
Natuurlijk is er meer te vertellen over Cothen. In een andere kroniek, rond 1580, meldt Jacobus Franszoon van Cortgeen over Cothen; ‘Ook een grote ambachtsheerlijkheid van de heren van de Dom, waar de allerbeste tarwe een ‘voedstermoeder’is die door haar deugd, bloem en kleur bij de bakkers zeer wordt gezocht en geprezen’.
In de periode 1622 – 1637 (1635) is tussen Cothen en Nederlangbroek de Cothergrift gegraven. Aan de westkant van Cothen ligt de rustplaats Royestein.
Daar ligt ook het buurtje Dwarsdijk of Nyendijk. Ooit was er een kapel waar in 1586 nog dienst werd gedaan. In roomse tijden hield men daar op Sacramentsdag een plechtige processie.
De oudste tekeningen zijn rond 1730 gemaakt van herberg ’t Molentje, van de Agnes kerk, van Rhijnestein en van Stenisweerd. In 1949 schreef Voets, kapelaan in Alkmaar, een zeer uitgebreid artikel dat is getiteld Katholiek Cothen in de branding der eeuwen.
Colofon
Bron: Ad van Bemmel en Chris de Gier