`t Goy vroegste geschiedenis deel 1


`t Goy vroegste geschiedenis deel 1
©: Boerderij uit de IJzertijd Archeoweb, RMO Leiden

Geschiedenis

Rond 9700 voor Chr. eindigde de laatste IJstijd en begon de midden - Steentijd. Ook onze wijde omgeving lag onder een dikke laag dekzand, neergelegd door barre poolstormen. Een rivierarm liep over Houten naar het westen om daar in een paralleltak van de Rijn uit te komen. De rivier voerde zand en grind aan vormde uiteindelijk de Houtense stroomrug. 

De eerste bewoning in ’t Goy vond mogelijk al plaats in de Bronstijd rond 2000 voor Chr. en wel op de hoogst gelegen delen van de stroomrug. Die vroege bewoners waren boeren, waarschijnlijk afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug. Zij hielden er schapen en runderen, later ook varkens en paarden. Op de akkers verbouwden die vroege boeren onder andere gerst en zogenaamde emmertarwe. Men verzamelde ook voedsel in de vrije natuur en deed aan jacht en visserij. 

Het landschap was open, met o.a. elzen en gemengd loofbos. De Oosterlaak voerde toen al water af van de Houtense stroomrug. Er zijn aanwijzingen dat de omgeving van ’t Goy rond 1800 voor Chr. werd verlaten als gevolg van overstromingen. De nog onbedijkte Rijn verplaatste zijn loop namelijk naar het rivierbed van de huidige Kromme Rijn en dat veroorzaakte veel wateroverlast voor de vroege bewoners. 

In het begin van de IJzertijd ongeveer 800 voor Chr. was er met zekerheid wel bewoning in ’t Goy. Dat gold ook voor een reeks van vroege nederzettingen in en rond Houten. Zo zijn er dit jaar nabij Houten-Castellum zelfs bewoningssporen blootgelegd uit het midden van de Bronstijd 1500-1100 voor Chr. o.a. aardewerk en een plattegrond van een boerderij uit die tijd. In de Late-IJzertijd vanaf ongeveer 250 voor Chr. woonden er vooral mensen van Germaanse stammen in Nederland, onder andere de Friezen. 

Met de komst van de Romeinen rond het begin van de jaartelling vestigden zich ook andere Germaanse volkeren van over de Rijn in ons gebied, bijvoorbeeld de Bataven en wat later de Cananefaten in het kustgebied. De Romeinen hadden onder leiding van Julius Caesar in Noord Gallië van 58 tot 51 voor Chr. oorlog gevoerd en dat had geleid tot sterk verminderde bewoning in de gebieden ten zuiden van de Rijn. De Bataven werden vanaf ongeveer 50 voor Chr. gestimuleerd door de Romeinen om in het dunbevolkte midden-Nederland te gaan wonen. Deze nieuwkomers mengden zich ook met de oorspronkelijke bevolking in het Kromme Rijngebied. 

Bewoners aan de noordgrens van de LIMES

Inmiddels beschouwden de Romeinen in het midden van de eerste eeuw de Rijn als hun noordgrens. Rond het jaar 200 waren er ongeveer 100 kleine inheemse nederzettingen in het Kromme Rijngebied. Ze bestonden uit 2 á 3 huishoudens. Lange tijd bleven de meeste nederzettingen hetzelfde als in de IJzertijd. Ze waren in het rivierengebied meestal omgreppeld ; mogelijk voor een betere afwatering. In de eerste eeuw maakten de bewoners bijvoorbeeld nog meestal handgevormd aardewerk volgens de gangbare traditie. Dat aardewerk was bros en had vaak een gevlamd of donker uiterlijk. Foto 2

Geleidelijk kwam er steeds meer Romeins geïmporteerd aardewerk in gebruik, gemaakt op de draaischijf. Dat was dunner en sterker en werd gebakken op een hogere temperatuur. Stukje bij beetje veranderde de traditionele ruileconomie in een markt- en geldeconomie. In de loop van de tijd trad verdere romanisering op doordat verschillende culturele en sociale Romeinse elementen door de inheemse bevolking werden overgenomen. Romanisering trad vooral op doordat inheemse mannen dienst namen in het Romeinse leger en aldus het Romeinse burgerrecht konden verkrijgen. Dat gold in alle door Romeinen bezette gebieden. Zo waren er ruim 1900 jaar geleden in het vlak bij ’t Goy gelegen Castellum Fectio Vechten soldaten uit het Middellandse Zeegebied, de Balkan en Brittannië gelegerd. Na het verkrijgen van het burgerrecht gingen vooral de afgezwaaide officieren tot de nieuwe elite horen. Sommigen hadden zoveel vermogen dat ze de eerste stenen “veteranenboerderij” konden laten bouwen. Die boerderij leek op een Romeinse villa met een porticus; een soort veranda of zuilengang. 

Aan het eind van de 2e eeuw begin 3e eeuw begon de Romeinse macht te verzwakken door interne politieke conflicten, toenemende agressie van Germaanse stammen, wateroverlast en mogelijk een pandemie door een besmettelijke ziekte.

Rond 400 na Chr. waren praktisch alle Romeinse militairen vertrokken. De economie stortte in, het werd onveiliger en de Kromme Rijnstreek zou enkele eeuwen dun bevolkt zijn. Het Germaanse stamverbond van de Franken drong steeds verder op in westelijke en zuidelijke richting. Tussen 630 en 690 na Chr. vestigen zich christelijke Franken in het Kromme Rijngebied door de Friezen definitief te verslaan. Met de komst van Frankische koningen gaat ook het gemeenschappelijke eigendom van gronden verloren. De civilisatie neemt een nieuwe aanvang met het Christendom als politiek instrument. 

Vervolg: `t Goy en archeologie 

Colofon

Auteur: Herman de Korte

Bronnen: 

Website ‘Oud Houten’van Frank Magdelyns

Tuinstra S.J., ARC publicatie nr 95, ‘Een archeologische opgraving op de Westrhenese Hofstad, Groningen 2004

Vos W.K., Bataafs Platteland; het Romeinse nederzettingslandschap in het Nederlandse Kromme Rijngebied. Dissertatie VU Amsterdam 2009. [o.a. blz. 58]

Heijmink Liesert P.M. en  Keijzer de L.M.J., ’t Goy door de eeuwen heen, 1966

Boer G.H. de, Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend booronderzoek Tuurdijk 1-3a ’t Goy, 2019.

Hoven E. drs. [Synthegra B.V.] Definitieve opgraving Beusichemseweg 138 ’t Goy, 2015.

Smits J.A.M. en Wttewaall O.J., Houten, Ontstaan en Groei, 1988.

Keijzer de L.M.J., Verslag veldonderzoek door de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’van 100 terreinen tussen Houten en ’t Goy [1971 – 1973]. 

Tijdschrift van de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’ van december 1981 blz. 9 t/m 52.

Afbeeldingen

Archeoweb, RMO Leiden, Flickr, en Herman de Korte

Juli 2020

Auteur: Gepensioneerd fysiotherapeut en beeldend kunstenaar, sinds 2018 lid van de archeologische Werkgroep ‘Leen de Keijzer’ Houten


Referenties

[1]
[2] Tuinstra S.J., ARC publicatie nr 95, ‘Een archeologische opgraving op de Westrhenese Hofstad, Groningen 2004
[3] Vos W.K., Bataafs Platteland
[4] het Romeinse nederzettingslandschap in het Nederlandse Kromme Rijngebied. Dissertatie VU Amsterdam 2009.
[5] Boer G.H. de, Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend booronderzoek Tuurdijk 1-3a ’t Goy, 2019.
[6] Archeologie Houten 2021 De Limes Unesco Werelderfgoed
© Tekst: Herman de Korte © Foto voorblad: Boerderij uit de IJzertijd Archeoweb, RMO Leiden
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Herman de Korte)